Ik wil haar zeggen dat ze zo door het leven moet gaan

column_eend
De tekening bij deze column werd gemaakt door de illustratrice Eefje van Geffen [www.eefjevangeffen.nl]
‘Zitten hier ook van die ballonnen voorin?’, vraagt ze.

‘Airbags, bedoel je?’

Ik kijk naar het dashboard. Een richtingaanwijzer links van het hardplastic stuur, een claxon rechts ervan die een geluid laat horen dat in de aanzet nog jolig en krachtig klinkt, maar al snel buiten adem wegsterft, een kilometerteller die tot de 120 gaat (met de waarschuwing op de sticker om toch echt niet harder te gaan dan 100 vandaag), een versnellingspook die je in en uit het dashboard moet duwen en trekken om te schakelen en dan houdt het zo’n beetje op.

‘Nee, die heeft deze auto niet’, lach ik.

Gelukkig, denk ik. Ze draait bij.

Toen we haar vanmorgen bij opa en oma op kwamen halen en zag wat onze ‘verrassing’ was, viel ze eventjes stil. Een dierentuin had ze zelf bedacht. Of het klimbos. Ja, dat zou gaaf zijn. En anders een pretpark … Dat we een eend zouden huren bij Ad van der Horst in Boerdonk om een dagje rond te tuffen, viel een beetje koud op haar dak.

Hoe spannend kon dat nu zijn!?

Ik liet me niet kisten door haar eerste reactie. Onbekend maakt onbemind, dacht ik. Bovendien was dit wat ik al zo lang een keer wilde doen: rijden in een eend.

De luxe van een open dak mogen ervaren. Het comfort van een bankstel als autostoel. Het gemak van raampjes die je openklapt en met een klemmetje vastzet. De lol om het stalen pinnetje in de deur dat je naar beneden moet drukken om de deur op slot te doen.

En dan dat geluid … Alsof je een koffiemolen aan het werk zet. En dan niet zo’n grote blinkende opschepper die met iets te veel ego het kopje vol stampt en dampt. Nee, een klassiek modelletje dat pruttelend en proestend maar met gemeend plezier het lekkerste bakje koffie zet dat je ooit hebt gedronken.

Dat is de eend.

Rust. Vrijheid. Het tempo van leven een tandje terug mogen schakelen.

‘Dit is de mooiste dag van mijn leven’, schreeuw ik door het open dak. ‘Ehm … een na mooiste, bedoel ik’, corrigeer ik na de por in de rug van Susanne.

En zo toer en toeter ik de dag door. Ik zwaai. Ik lach. Naar iedereen die ons hoort of ziet. Ik zing. Het dak eraf. Zon op de bol, haren en handen in de wind. En de mensen zwaaien en lachen terug.

En zij doet met me mee. Van aarzelend naar vol overtuiging.

Ik wil haar zeggen dat dit het echte leven is. Dat ze hier van kan leren. Van deze dag, die veel waardevoller is dan een dagje dierentuin of pretpark. Want kijk maar eens naar buiten: als jij vrolijk doet, worden andere mensen dat ook. Zie je?

Ik wil haar zeggen dat ze zo door het leven moet gaan. Zoals vandaag. Zwaaiend. Lachend. Zingend.

Dat er altijd ook wel mensen zullen zijn die sneller gaan dan jij. Die jou passeren. Zich beter voelen dan jij, zich mooier voordoen dan jou of die zelfs van jou zullen zeggen dat je maar een lelijk eendje bent.

In dat geval: laat ze maar, wil ik haar zeggen.

Maar dat is al niet meer nodig. Ze heeft het al begrepen. Want net voordat ik van wal wil preken, is ze me voor: ‘Pap’, zegt ze, met een stralende glimlach, ‘ik wil later ook een eend.’

 

Reageer

Je e-mailadres zal niet gepubliceerd worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd. *

Gerelateerde artikelen