Ze zwaait als ik voorbij kom fietsen. Of ik even wil stoppen.
Ze zit op haar terras, met haar overbuurman, in de seniorenwoningen in het dorp. Het was haar al verschillende keren opgevallen. Dat als ze achter haar rollator naar de supermarkt ging, dat er dan mensen, fietsers vaak, op het bankje in de hoek van het plein zaten te picknicken. Thermoskan in de hand.
‘Zou het niet fijn zijn voor die mensen als ze ook een tafel hebben’, zegt ze.
Moest toch allemaal niet zo moeilijk zijn. Op de kringloop moest wel een tafel te vinden zijn. En anders waren er genoeg mensen die afscheid nemen van een tafel. Die kon dan mooi op het plein staan.
Ik weet even niet zo goed wat ik moet zeggen.
Er klinkt wel eens wat kritiek op de uitstraling van het plein. Maar dat zal altijd zo zijn en blijven.
Vroeger stond er een grote boom in het midden van het plein en een kiosk op de kop van het plein. Totdat er eens wat vaker grote evenementen op het plein werden georganiseerd en die boom en kiosk eigenlijk maar in de weg stonden. En toen het plein toch opnieuw ingericht werd, verdwenen die allebei.
Meer steen.
En de aankleding ging daar in mee. De bankjes rondom het plein worden ‘doodskisten’ genoemd. Om een heel eenvoudige reden: ze lijken op doodskisten.
Er zijn later toch weer bomen op de kop van het plein geplant, om het toch weer wat groener te maken.
En zo zal het plein, het hart van het dorp, altijd wel blijven veranderen. Iets strakker, iets gemoedelijker, iets groener, iets hipper, enz.
Maar een tafel van de kringloop in het hoekje tegenover het statige Raadhuis?
Ik weet het niet.
Rondom het plein is het inderdaad al een ratjetoe aan gebouwen. Heel karakteristiek kun je het centrum van Erp niet noemen. En een tafel van de Kringloop zal daar niet aan bijdragen.
‘Goed idee’, zeg ik, omdat ik het mooi vind dat mensen met ideeën komen. ‘Maar daar ga ik niet over. Daarvoor zou je contact op moeten nemen met de gemeente.’
Ze knikt.
En uit haar volgende zin maak ik dan weer niet zo goed op of ze teleurgesteld is in mij, ontdekt dat ze mij dan toch altijd wat overschat heeft, of dat ze de krant juist heel hoog heeft zitten.
‘Ach ja’, zegt ze, ‘jij doet natuurlijk ook alleen maar de krant …’
Geef een reactie