Jeroen Vissers

dorpsjournalist, trouwambtenaar en schrijver die al meer dan 20 jaar op het punt staat om door te breken

De krant, de buurjongen en De Efteling

‘Ik ga naar de Efteling!’

Het moet nog zeven uur in de ochtend worden, als ik met de hond de inrit afwandel en het buurjongetje van een paar deuren verderop naar me roept.

Doet hij anders niet. Nu wel. Vlak voordat hij de auto instapt.

En je hoort aan zijn stem dat hij naar deze dag toe heeft geleefd. Misschien heeft hij vannacht wel niet kunnen slapen, van de spanning, zo stel ik me voor. Want morgen … mag hij naar de Efteling.

Misschien is het zijn allereerste keer dat hij gaat. De Efteling. Dat magische land vol sprookjes en avonturen. Misschien ook niet. Is hij er al vaker geweest.

Maar hij heeft er zin in. Ontzettend veel zin in. Dat is duidelijk.

De woensdagochtend is hier ter redactie altijd het meest hektische moment van de week. Uiterlijk 9.00 uur moet de krant bij de drukker zijn. Op zo’n moment voel ik me een soort tandarts: ben ik de gaatjes aan het vullen.

Dat is altijd weer een uitdaging.

Zo had ik deze week eigenlijk nog een interview staan op dinsdagmiddag. Leuk. Beloofde een mooi verhaal te kunnen gaan worden. Maar … dat kwam op het laatst te vervallen.

Er zouden ook nog wat foto’s komen en een advertentie. Maar op het eind van de dinsdagavond, toen de zon er al niet meer in geloofde, kreeg ik bericht dat ook dat niet meer ging lukken. Geen paniek. Los ik woensdagochtend wel op, bij de ‘tandarts’.

Het is de uitdaging en tegelijkertijd de charme van het maken van een krant, ook van een weekkrant: iets maken dat af is. Een volle krant, die mooie verhalen brengt, informatief is, vermakelijk, met goede advertenties. Gewoon, omdat we zo vaak horen, ook buiten het verspreidingsgebied, dat die Erpse Krant zo bijzonder is. En – ook al blijft dat lastig te accepteren – de ene keer lukt dat voor ons gevoel beter dan de andere.

Het is wat ik wil blijven doen, die krant maken. Elke week. Tot het gaatje gaan.

En toch … ben ik blij dat ik de komende weken op woensdagochtend de hond uit kan gaan laten zonder onderweg na te moeten denken over hoe ik die laatste gaatjes ga vullen.

Wel mooi, dat momentje op de inrit vanmorgen. Mooie reminder, om straks, na de zomerstop van de krant, alles weer net als hem op te pikken: met aan kinderlijk grenzend enthousiasme!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *