Ik schrijf. En dus ben ik een schrijver.
Eentje zonder al te veel pretenties weliswaar. Want het enige dat ik met het schrijven altijd heb willen bereiken, is een kleine glimlach op het gezicht, bij mezelf, bij mijn lezers of publiek.
Nee, dan mijn buurman, van een paar deuren verder.
Hij komt oorspronkelijk uit Iran, schreef daar drie boeken, die alle drie niet werden gepubliceerd, omdat ze te controversieel zouden zijn, in strijd met de ideeën van het regime dus.
Hij vluchtte daarop naar ons land, met zijn vrouw, kwam in Erp terecht, waar zijn dochter werd geboren. Intelligente man. Vriendelijke man. Die ik eind vorig jaar al eens had gevraagd om iets te schrijven voor de Erpse Krant en die een paar weken terug bij mij op de koffie was. Want zijn nieuwe boek was bijna klaar, zijn tweede stond alweer in de steigers, het ruwe plan voor het derde had hij ook al, maar hij had geen idee hoe hij het uitgeven ervan hier aan moest vliegen.
En ik was schrijver.
Ik was uitgever.
Zo had hij bedacht. Dus ik zou er wel raad mee weten.
We hebben koffie gedronken, anderhalf uur lang, maar hij kon mij niet exact duidelijk maken wat hij wilde, waar zijn precieze ambities lagen, ik kon hem niet helpen. We namen afscheid van elkaar. Blij, omdat we elkaar hadden gesproken. Maar onmachtig ook, ik in ieder geval, omdat we geen stap verder waren gekomen.
Intussen begon hij korte verhalen te schrijven voor ‘mijn’ krant. En ja, die mocht ik publiceren.
Eerlijk waar: zijn verhalen zijn prachtig. Zijn taalgebruik nog mooier. Zeker vergeleken met het mijne.
Zijn teksten zijn als zoete Perzische nachten, vol muziek en heerlijke geuren. Poëtisch. Mijn teksten lezen weg als stamppot; als een boterham met hagelslag. Lezen wat de pot schaft.
Zouden we allebei in het circus werken, dan was hij de koorddanser, die mensen de adem beneemt. Ik de clown die valt over zijn te grote schoenen.
Allebei schrijven we.
Hij woont een paar deuren verderop. En nogmaals: ik schreef altijd zonder al te veel pretenties. Toch roep ik al jaren dat ik misschien wel de grootste schrijver van Nederland ben, met een knipoog naar mijn lengte. En dan is het ineens toch wel bijzonder: dat je nu zelfs niet eens meer de grootste schrijver in je eigen straatje bent …
Geef een reactie