Jeroen Vissers

dorpsjournalist, trouwambtenaar en schrijver die al meer dan 20 jaar op het punt staat om door te breken

Hulp geven bij het schrijven, soms wel, soms niet

Soms doe ik het wel. Soms niet.

‘Ik zou graag een scherpe, met veel humor doorspekte speech willen vertellen.’

Vorige week kreeg ik een mailtje. Van een man die door zijn vriend was gevraagd of hij de ceremonie wilde leiden. In het buitenland.

Hij had ja gezegd.

Intussen komt dé dag dichterbij, heeft hij al een avond met het bruidspaar gezeten, ‘aan de hand van een aantal vragen’, maar merkt hij dat het schrijven van de speech lastig is.

‘Het grappig neerzetten blijft een uitdaging’, schrijft hij.

Of ik hem wil helpen?

Heb ik niet zo lang over na hoeven te denken: nee, sorry.

Sowieso ben ik zelf aan het pieken op dit moment, met zeven ceremonies in de maand mei. Al mijn tijd heb ik al nodig voor het schrijven van mijn eigen speeches. Maar het ‘opleuken’ van een speech voor een ander past niet in mijn straatje. Want wat verwacht hij van me: dat ik zijn speech onder handen neem en daar wat grappen in verwerk?

Zo werkt dat niet.

Mijn speeches – en dus ook mijn grappen – zijn altijd afgestemd op het bruidspaar. Dat ik bij een bruidspaar ben, dat iets me opvalt, een detail in een gesprek, en dat ik dat uitlicht en vergroot. Dát is grappig. Tenminste, dat is mijn ervaring.

En ja, dat is dé uitdaging.

Babsen is meer dan moppentappen. Meer dan proberen de lolbroek uit te hangen. Meer dan grappig willen zijn. Het is het bruidspaar leren kennen en daar de tekst op aanpassen.

En dus help ik andere ceremoniesprekers ook niet met hun speech: het zal nooit helemaal authentiek zijn. Terwijl een speech voor een bruidspaar, juist zo’n speech, het verdient om authentiek te zijn.

Dat heb ik hem dan ook geantwoord: ‘Ik denk dat je niet te veel moet proberen om grappig te zijn, maar dicht bij jezelf moet blijven.’

Hij begreep het niet helemaal. Of was het niet met mij eens. Dat kan ook. ‘Ken je dan iemand anders die mij kan helpen’, vroeg hij.

Maar soms …

Vorig jaar was ik bij de dodenherdenking in Erp en dat was, laat ik het netjes zeggen, redelijk plichtmatig. De woordjes. De beleving. Alles. Dat heb ik zo, met respect uiteraard voor de initiatiefnemers, verwoord in het verslag dat ik er van schreef. Dus ik had hem al een beetje aan kunnen zien komen: Jeroen, wil jij mij helpen met het schrijven van de speech?

Vanmorgen heb ik een opzetje gemaakt.

Het is het lot van een schrijver die te veel schrijver wil zijn: nee zeggen tegen betaalde klussen en werken aan een tekst die niet veel meer op zal leveren dan een heeeeel positieve recensie deze keer in de lokale krant -)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *