Al ruim zeven jaar schrijf ik columns. Korte verhalen over de kleine dingen die ik beleef. Thuis. En om het huis. Als man. Als vriend. Als baasje. En vooral: als vader van twee meiden.
Die verhalen verschijnen al bijna zeven jaar in de Erpse Krant. En leveren mij veel leuke en warme reacties op. Van mensen die ik ken en die even reageren; die laten merken dat ze me nog steeds volgen.
Maar vaak ook van mensen die ik niet ken. Of slechts zijdelings. Mensen in de winkel. Mensen op straat. Die me even aanhouden of naroepen dat ze hem weer hebben gelezen. Dat ze weer hebben moeten lachen. Of werden ontroerd.
Vorig jaar ontstond voor het eerst het idee om de verhalen te bundelen. Maar iets hield mij telkens tegen. Onzekerheid. Waarom zou ik een bundel uitgeven? Waarom?
Het was – bedenk ik me nu, al schrijvende – ook een soort van vrees die me ervan weerhield om door te zetten. Want met een boek zou ik ook naar mezelf toe erkennen dat ik een schrijver ben. En ben ik wel een schrijver?
Antwoorden vond ik niet. Maar de wens bleef.
Een paar maanden geleden heb ik de knoop definitief doorgehakt: er zou een boek komen. En dan zou ik wel zien. Gas erop.
Ik heb de zeventig grappigste, meest verrassende en meest vertederende columns geselecteerd die ik de afgelopen zeven jaar heb geschreven. Die heb ik in een strak jasje vorm laten geven. Om het geheel, een boek van 144 pagina’s, vorige week bij de drukker aan te leveren.
Er komt een boek. Het is definitief.
Sindsdien is er een soort van druk van me af gevallen. Er komt een boek! Ik kan nog steeds niet helder uitleggen waarom, of misschien durf ik dat ook wel niet, maar er komt een boek.
Voilà, het is bij deze wereldkundig gemaakt. De stap, de laatste stap, die ik vorige week nog niet wilde zetten, zodat ik het idee nog even helemaal voor mezelf kon houden. Nog even geheim.
Maar het hoge woord is er uit en mag nu worden verspreid. Graag zelfs ;-).
Geef een reactie